Geert de Haan
Maasbank
Onze bank is een boek,
een genadig geheugen
waaruit beelden aan en af stromen,
van steeds verder toen en toen.
Hier voel ik de opwinding terug,
van het uitspannen van het paard,
bij de melkboer thuis, en hoe
die daarna sijsjes lijmde.
Heb opnieuw de walging in mijn neus
van de geur van verbrandde varkens,
die zou de vriendjes uit mijn jongensspel
voorgoed uit onze straat verjagen.
Ik zie ons weer visjes tellen,
gevangen in de loop langs de wetering,
nooit wisten we wie de meeste;
onbezwaard nog achtergelaten op de droge kant
De kermis ja, in de draaimolen
had ik altijd mijn paardje,
en een meisje voor in de rups;
de kermis-paling tot slot voor thuis.
Beelden, de verhalen uit ons boek,
ze wonen op die bank, aan de golven;
en worden er telkens opnieuw gevonden,
als ze weer eens zoekgeraakt lijken.
Zittende vrouw
Hier zit zij dan, in alle eenvoud gekleed
op haar troon; kalm en tevreden, dienend
maar voor alles verbindend en gastvrij: Hestia
de hoedster van huis en haard; met hart en ziel
toegewijd aan het heilig vuur van het Welkom.
Voor de een Hestia voor de ander is zij Vesta,
aanvoerster van de Maagden, geharnast in hun
toezicht op machtsstrijd en politiek gekonkel.
Hier kun je gerust aankloppen, hier is het goed toeven.
Hallo wereld
Aardbeving of tsunami ver weg,
verwoestender nog dan de vorige,
wanhoop van miljoenen mensen
ontheemd door oorlog en vlucht.
Blijvend hongerende volken in
al maar grotere derde wereld,
steeds korter bij de rijke wereld,
zoveel mensen dat gaat wringen.
Geblondeerde godsdiensthaat hier,
moordend onderdrukkende sharia
en jihad daar, ook hier om de hoek.
Slaapwandelaars geworden
in onze zelfvoldane huizen,
gezapig in onverschilligheid.
Hoogste tijd
elkaar te wekken uit de sussende
slaap der gewoonte en aanhaken
opnieuw bij vrijzinniger beschaving.
Voor vrijheid
zullen we overal in de wereld aandelen
moeten nemen in de maakbaarheid en
toekomst van onze eenmalige aarde.