Gedichten van Julia Simonse, jeugdstadsdichter:
1. Een ster
Ik zie een ster
hij schittert daar heel ver
Maar hij is zo ver weg,
wat een pech.
Als hij nou dichtbij zou zijn
was dat echt ontzettend fijn,
Want dan zou ik hem pakken
en zetten in de boom, op de takken.
Maar wacht... met een vallende ster kan dat wel.
De ster die ik vast pakte voelde heet op mijn vel.
Ik vond er nog één en nog één en nog één,
Ik heb ze allemaal gevonden in ’t veen.
Nu heb ik een verzameling van sterren op mijn bed
en die heb ik nog maar net.
2. De Maan
O, maan wat ben je mooi,
en wat fijn is je bent voor
niemand een prooi.
Ik kijk vaak naar je uit
het raam, maar wat ben je
eenzaam!
O, maan je bent schitterend o
schitterend voor mij.
En toen keek jij ook naar mij,
maar ik sliep al en droomde
over een maan en een prachtig
sterrendal.
Julia Simonse
2015