Dichtersprofiel ― Han Jansen
De poëzie van Han is bevattelijk en geeft de lezer het gevoel langszij de poëtisch verbeelde onderwerpen van de dichter te reizen.
Han's tochten voeren je over persoonlijke en sociaal-maatschappelijke paden, waarbij natuur, kunst en cultuur én de gemeenschap geregeld sturende ingrediënten zijn.
De van origine Twentse journalist en tekstschrijver ademt heldere taal in poëzie en proza alsook in zijn redactionele artikelen en columns.
Met een ruime bestuurlijke ervaring als voorzitter van Bibliotheek Heusden en Beeldend Berghem is Han naast dichtend PPO-lid ook een waardevolle aanvulling voor het dagelijks bestuur.
Op 18 april 2019 is Han Jansen verkozen tot de derde Stadsdichter van Oss.
De Kaardebol
Z’n leven lang al staat hij daar en
torent hoog boven iedereen uit
op een plek waar hij eigenlijk niet hoort
prachtig versierd in een lila rok
en zijn eigen drankje mee
alsof hij op weg is naar het Boekenbal
de Kaardebol.
De bijenbevolking is welkom bij hem
voor een aardig praatje geeft hij
graag wat nectar vrij.
Na een lang jaar vindt hij het welletjes
strooit zijn zaad naar hongerige vleugelaars.
Niet voor iedereen is hij zo vriendelijk
prikt met stekels vanuit zijn onderbouw
want – ik sta hier niet voor m’n lol.
Gedicht ter ere van de poëziewandelroute door gebied de Vierwinden in Oss in samenwerking met het IVN op 26 juni.
Cyclus
Het bos begint te ademen en geknakte bomen
overwoekerd met heldergroen mos zijn vochtig
door mistige dampen uit voorbije nachten.
Een frêle zonnestraal breekt door het grijze wolkendek.
Kloppende spechten en pratende koolmezen
een afdruk van een hertenpoot, aangevreten
dennenappels en voorzichtig ontluikend groen
kondigen een naderend voorjaar aan.
Bewondering vervangt de verwondering over
die natuurlijke cyclus die zich ook in het eigen lichaam
voltrekt en die noodt tot energieke uitdagingen
waarvan de ultieme resultaten nog niet zijn te overzien.
Ingekleurd
De hemel oogt blauwer dan blauw
op 7 september nog zomer.
Streperige wolken verplaatsen zich flauw
de warmte maakt de fietser lomer.
Tweemeterhoge mais toont donkerrood blad
de toppen zijn lichtbruine pluimen
de kolven een geelgouden schat
over enkele weken zal het zicht hier verruimen.
In Keent ziet de aarde al grijs
en resten nog witgele stengels van koren
ze vormen een duidelijk bewijs
dat de zomer tot ’t verleden gaat horen.
Han Jansen